Spring naar inhoud
Terug naar de vorige pagina

13 februari 2024

Bestuurlijke Afspraken Wet zorg en dwang (Wzd)

Vanaf 1 januari 2024 gelden nieuwe afspraken voor het stappenplan dat zorgaanbieders volgen bij onvrijwillige zorg. Deze afspraken staan in de Bestuurlijke Afspraken Wet zorg en dwang (Wzd). Vanboeijen zal op advies van de Wzd-commissie van Vanboeijen deze Bestuurlijke Afspraken volgen.

De afspraken zijn een eerste stap in het vereenvoudigen van de Wzd en het stappenplan. En daarmee in het verminderen van de administratielast voor medewerkers. Dat is hard nodig. Vanboeijen maakt zich zorgen over de regeldruk in de zorg. Met de nieuwe afspraken wordt een begin gemaakt om de regelgeving te verbeteren.

Wat gaat er veranderen?
De Bestuurlijke Afspraken Wzd maken het mogelijk om meer maatwerk toe te passen. Zo kunnen we, in overleg met de bewoner of cliënt en/of de ouders, verwanten of wettelijk vertegenwoordiger, bepalen op welke termijn we de onvrijwillige zorg evalueren (dit is nooit langer dan zes maanden). En welke deskundige we conform de bestuurlijke afspraken daarbij betrekken. Daarnaast zijn afspraken gemaakt die de rechtspositie van de bewoners en cliënten versterken. Zoals het beter betrekken van bewoners en cliënten en/of ouders, verwanten en wettelijk vertegenwoordigers bij de besluitvorming over onvrijwillige zorg. Hierbij hoort ook het informeren van de bewoners en cliënten over de cliëntenvertrouwenspersoon Wzd (cvp) en de mogelijkheid om een ‘second opinion’ aan te vragen.

Terug naar de bedoeling van de wet
Uitgangspunt voor Vanboeijen is dat de bewoners en cliënten zoveel mogelijk vrijheid houden om zelf hun leven in te richten. Onze visie op onvrijwillige zorg is ‘nee, tenzij …’. Deze visie staat ook centraal in de Wet zorg en dwang. In de praktijk blijkt echter dat de uitvoering naar de letter van de wet knelt. We hopen dat de toekomstige wetswijziging hier fundamentele veranderingen in brengt. Zodat medewerkers op basis van vertrouwen en professionele richtlijnen de ruimte krijgen om professionele afwegingen te maken. Uiteraard in dialoog met de bewoners, cliënten en de ouders, verwanten en wettelijk vertegenwoordigers.

Over de auteur

Rianne Rozema, communicatieadviseur