Artikel in Trouw: Zorg-zzp'ers in dubio door controle belastingdienst: toch een vast contract, of weg uit de zorg?
In Dagblad Trouw delen wij onze visie op de inzet van zzp’ers in de zorg. “Vanboeijen zet maximaal in op meer vaste begeleiders en minder zzp'ers, maar een kleine flexibele schil van zzp’ers blijft nodig”, zo zegt Yonas Tewelde, voorzitter raad van bestuur Vanboeijen. Het hele artikel is hieronder te lezen.
Om geld voor de zorg ook echt naar de zorg te laten gaan, start binnenkort in Noord-Nederland FAIR Noord: een bemiddelingsbureau zonder winstoogmerk. Door acht noordelijke zorgorganisaties waaronder Vanboeijen. FAIR Noord is een bemiddelingsbureau voor zzp’ers van en voor de zorg, met een eigen team van recruiters. FAIR matcht alleen zzp’ers die langer dan een jaar ondernemer zijn. Hierdoor richt het bemiddelingsbureau zich alleen op de bestaande en echte ondernemers in de zorg. Meer informatie is te vinden op: www.fair-noord.nl
Zorgorganisaties hopen dat strengere controle door de Belastingdienst zzp’ers zal motiveren om in dienst te komen. Maar het gevaar bestaat dat zij in plaats daarvan de zorg verlaten.
Van de zelfstandigen is driekwart zzp’er
In de sector zorg en welzijn werken volgens het CBS zo’n 180.000 zelfstandigen. Van hen heeft 75 procent geen personeel in dienst. Zij zijn dus zzp’er. Onder werknemers met een flexibele arbeidsrelatie vallen zowel mensen met een tijdelijk contract als bijvoorbeeld uitzendmedewerkers. Bij huisartsen en gezondheidscentra werken relatief de meeste zelfstandig ondernemers.
Het gaat daar om 37,7 procent van het totale aantal artsen, verpleegkundigen, doktersassistenten en andere zorgverleners. Ook in de categorie ‘Overige zorg en welzijn’ werken veel zelfstandigen.
Volgens het CBS vallen in deze categorie onder meer tandartsen en tandartsassistenten, fysiotherapeuten en verloskundigen. Bij de universitaire ziekenhuizen is het aandeel zelfstandige ondernemers met 1 procent het laagst.
Een goede verzekering en pensioenopbouw, geen gedoe meer met administratie, vakantietoeslag en gratis trainingen. De Drentse zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking Vanboeijen wijdt op de website een hele pagina aan de voordelen van een vast dienstverband. De opsomming moet zelfstandigen ervan overtuigen dat ze misschien toch beter voor een dienstverband kunnen kiezen. ‘Uiteraard ben jij degene die de keuze maakt’, staat er. ‘We gaan ons best doen ons zo aantrekkelijk mogelijk te maken.’
Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst strenger controleren of zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) wel werkelijk ondernemer zijn. Al jaren staat onder meer in de wet dat ze meerdere opdrachtgevers moeten hebben, en zelf hun werktijden moeten kunnen bepalen. Maar tot nu toe werd niet of nauwelijks gehandhaafd op de zogenoemde schijnzelfstandigheid. Nu dat wel gaat gebeuren, hopen werkgevers dat het zzp’ers een zetje geeft richting vaste dienst.
“Een passant, iemand die even binnenkomt en weer verder gaat, kan niet altijd de kwaliteit zorg leveren waar we op hopen”, zegt Yonas Tewelde, bestuurder bij Vanboeijen. De bewoners van de verschillende locaties in onder meer Meppel en Assen hebben vaak een complexe zorgvraag. Bijvoorbeeld een verstandelijke beperking in combinatie met gedragsproblematiek. Dan is het belangrijk dat cliënt en zorgverlener elkaar goed leren kennen, benadrukt de bestuurder. Het is de reden dat Vanboeijen al zeker een jaar actief gesprekken voert met zzp’ers die de organisatie inhuurt, om te polsen of ze ook open staan voor andere contractvormen. Nu de Belastingdienst de druk opvoert, volgen verschillende zorgorganisaties dat voorbeeld, bevestigen brancheverenigingen.
Het aantal zzp’ers in de zorg is de laatste jaren flink toegenomen. Vorige week bleek uit cijfers van het CBS dat het aantal medewerkers met een vast dienstverband is gegroeid, ook in de zorg, maar die groei ging niet ten koste van het aantal zelfstandigen. Er werken zo’n 180.000 zelfstandigen in de zorg. Ongeveer driekwart van hen heeft geen personeel in dienst en is dus zzp’er (zie linker kader). Zo’n 11 procent van het totale aantal zorgverleners is zelfstandig ondernemer, maar het aandeel verschilt sterk per zorgtak.
Onduidelijk is hoeveel van de zorg-zzp’ers volgens de Belastingdienst schijnzelfstandigen zijn. Als de fiscus bepaalt dat sprake is van een verkapt dienstverband, dan kan zowel de zzp’er als de opdrachtgever een boete of navordering krijgen.
“Werkgevers willen het aandeel flexibele krachten al langer terugdringen”, zegt Theo van Uum, directeur van Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en woordvoerder namens de overkoepelende brancheorganisaties in de zorg. Omdat vaste gezichten de kwaliteit van zorg ten goede komen, maar ook omdat zzp’ers en uitzendkrachten duurder zijn dan vast personeel.
Ook hij ziet dat de aangekondigde handhaving het vraagstuk urgenter maakt en ervoor zorgt dat zzp’ers meer dan eerder open staan voor een gesprek. Van Uum: “Het is nog te vroeg om er cijfers op te plakken, maar we krijgen zeker signalen dat zzp’ers bereid zijn om terug te keren.”
Hoe groot die groep terugkeerders zal zijn, is nog zeer de vraag. Uit een enquête van het online platform ZZP-er in de zorg.nl onder ruim achthonderd zelfstandigen in de zorgsector, blijkt dat een groot deel van de zzp’ers helemaal niet zit te wachten op een vaste baan.
Gevraagd of ze weleens een dienstverband overwegen zegt bijna 80 procent van de ondervraagden dat absoluut geen optie te vinden. Zij willen ook onder de strengere regels zzp’er blijven, of geven aan te overwegen de zorg in het geheel te verlaten.
Werkgevers zijn zich ervan bewust dat ze niet helemaal zonder zzp’ers zullen kunnen. Dat blijkt wel uit het feit dat brancheorganisaties in de zorg gezamenlijk een stappenplan opstelden, dat hun leden moet helpen zich voor te bereiden op de strengere controles van de Belastingdienst. Het zogenoemde fiscaal kompas is er gekomen met hulp van adviesbureau Deloitte en bevat onder meer een voorbeeldovereenkomst en uitleg over hoe de zorgorganisaties kunnen controleren of de afspraken die ze met zzp’ers hebben gemaakt wel voldoen aan de regels.
Volgens Theo van Uum doet het document niets af aan het streven naar méér vaste medewerkers. “We willen het aandeel zelfstandigen en uitzendkrachten terugdringen”, zegt hij. “Maar soms heb je ze tijdelijk wel nodig. Bij piekdrukte of ziekte, of omdat je specifieke kennis nodig hebt. Als je ze dan toch inhuurt, is het belangrijk dat het zorgvuldig en in lijn met de wet gebeurt.” Ook Yonas Tewelde van Vanboeijen benadrukt dat hij echt niet van alle zzp’ers af wil. “Het is fijn om een buitengewoon kleine flexibele schil te hebben”, zegt hij. “Maar we moeten terug naar werkbare proporties.”
Waarom willen zorgmedewerkers zzp’er zijn?
In de enquête van het online platform ZZP-er in de zorg.nl werd zorgzpp’ers onder meer gevraagd wat ze trekt in het zzp-schap. De zorgverleners willen vooral zeggenschap over wanneer en hoeveel ze werken, zo blijkt. Zo gaf 82 procent van de ondervraagden aan invloed te willen hebben op hun agenda en zei 81 procent aan zelf te willen bepalen hoeveel ze werken. De ondervraagden konden meerdere antwoordmogelijkheden aanvinken.
Dit komt overeen met eerdere onderzoeken naar de redenen achter een keuze voor zelfstandig ondernemerschap. Zo concludeerde het CBS eind vorig jaar ook al dat zzp’ers in zorg en welzijn vooral zelf willen bepalen wanneer en hoeveel ze werken en zag vakbond FNV in 2022 dat zo’n 60 procent van de zorgmedewerkers overwoog zelfstandige of flexwerker te worden, onder meer vanwege het gebrek aan zeggenschap over het eigen rooster.
Als werkgevers de zzp’ers willen verleiden tot een contract, is het dus belangrijk dat juist de vaste medewerkers meer invloed krijgen op hun eigen werktijden, zegt Feli Escarabajal van FNV. Daarom wordt in veel zorgcao’s nu opgenomen dat vaste mensen eerste keuze krijgen bij het verdelen van de diensten. Ze ziet dat sommige werkgevers erg hun best doen om dit soort maatregelen in de praktijk te brengen, maar de verschillen zijn volgens haar groot. “Je verwacht dat werkgevers bij krapte alles doen om personeel te behouden. Dit zien we niet altijd terug.”