Rianne Rozema
Het is stipt 8.00 uur wanneer ik (Rianne) De Kluut in Assen binnenloop. De vier mannen van de technische dienst van Vanboeijen zitten al op mij te wachten. Nadat ik voor mezelf wat te drinken heb gehaald, lopen we de vergaderruimte in voor het interview. Hier staat wat lekkers klaar van de bakker. “Omdat we het zo waarderen dat je ons verhaal opschrijft en deze in Boeijend Nieuws komt,” zegt Hendrik terwijl hij het lekkers verdeelt. Terwijl we genieten van het gebak maken we verder kennis, en kom ik meer over hen te weten.
Werken op basis van meldingen
Wouter: “We krijgen meldingen binnen in Topdesk, dat is
het systeem waar het servicepunt van Vanboeijen en de medewerkers mee werken.” Op basis van de meldingen gaan de mannen aan de slag: “We hebben veel vrijheid in hoe we ons werk doen. Ik werk bijvoorbeeld heel gestructureerd en weet de dag van tevoren al wat ik vandaag ga doen. Ik houd ook altijd een bepaalde ruimte vrij voor spoedgevallen. Dat werkt voor mij,” vertelt Henk. Hendrik herkent zich in dit verhaal.
“En wij werken weer anders,” vult Paul aan terwijl hij naar Wouter wijst. “Onze dag begint met de noodzakelijke controles, zoals het checken van waardes en het spoelen van filters in het zwembad in Assen. Vervolgens kijken we naar de meldingen
en stellen op basis daarvan onze planning bij. We hebben veel spoedjes tussendoor. Bijvoorbeeld iemand die zichzelf heeft opgesloten of een huifkar die vastzit. Dan kun je niet zeggen: we komen vanmiddag wel.”
Gemiddeld krijgen de mannen 25 meldingen per persoon per week. Dat zijn 100 meldingen die ze met elkaar moeten verwerken. “De ene melding is natuurlijk wat groter en tijdsintensiever dan de andere, maar dit is het gemiddelde,” vertelt Hendrik.
Het type meldingen en werkzaamheden
“Wat bij jou thuis kapot gaat, gaat hier ook kapot. En vaak net iets erger. En dan komen wij om het weer te fixen,” zo vertelt Wouter. Ze ondersteunen ook veel bij verhuizingen van bewoners binnen Vanboeijen. Henk vertelt: “We halen bijvoorbeeld spullen van de muur en hangen die weer op in de nieuwe woning waar de bewoner naartoe gaat.” Wouter voegt toe: “We beoordelen de woningen als deze leeg zijn en schatten in wat er dan nog moet gebeuren. Van het vervangen van sloten, tot de domotica, legionella, huisnummers, kamernummers. Alles moet geregistreerd worden.” Dat wordt doorgespeeld naar het servicepunt en zij zetten dit uit in losse acties. En dat wordt nog weleens onderschat. “We zijn op dit gebied echt de ogen en oren van Vanboeijen,” vult Wouter aan.
Hoewel deze handelingen misschien klein lijken, zit er een heel proces achter. Paul legt uit: “Zeker bij sloten, omdat je ook met wetgeving te maken hebt. Dus je zit soms best in een spagaat hoe je iets moet oplossen of inregelen.”
Gebruik maken van elkaars expertise
Ondanks dat ze elk op hun ‘eigen’ locaties werken, maken ze wel gebruik van elkaars expertise. Henk legt uit: “Ik heb meer ervaring met installatiewerk dan met timmerwerk. Dus in het geval van storingen en lekkages kijk ik vaak even wat er aan de hand is. Of als het de ketel betreft of werkzaamheden die met stroom te maken hebben.”
Paul zegt glimlachend: “Voor die werkzaamheden doen we regelmatig een beroep op Henk.” De mannen lachen. Wouter voegt toe: “Als ik een loodgietersvraag heb, vraag ik vaak of Henk even met mij meegaat, zodat ik daarvan kan leren. En andersom gebeurt dat ook. Het is ook leuk dat je dan een keer samenwerkt, want we hebben in dat opzicht best een solistische functie.” Henk beaamt: “Dat mis je inderdaad weleens, dat je samen een klus doet. Dat vind ik weleens jammer.”
Wat vind je het mooiste aan je werk?
Op de vraag wat ze het mooiste vinden aan hun werk, delen Paul, Hendrik, Wouter, en Henk hun betrokkenheid bij hun werk met bewoners en cliënten en locaties. Paul benadrukt: “De dankbaarheid van de bewoners en cliënten en begeleiders. Daar haal ik wel voldoening uit.” Hendrik voegt toe: “Dat je er voor ze mag zijn, dat is mooi.” Paul gaat verder: “Ze hebben het idee dat ze meetellen, dat is belangrijk.”
Hendrik reflecteert op het werk: “Ons werk is zichtbaar, maar wij zijn soms onzichtbaar. Zeker als we ons werk goed doen; dan
is alles gefixt en keurig opgeruimd. Als je dan terugkoppeling krijgt dat het gewaardeerd wordt, als de bewoners bijvoorbeeld terugkomen van dagbesteding, is dat mooi.”
En als er toch iets stuk gaat, staat de technische dienst gelukkig klaar om te helpen. Hendrik legt uit: “Als ik op een locatie kom waar iets stuk is, bijvoorbeeld een ingeslagen raam door een bewoner of cliënt, ben ik nooit boos. Ik vraag altijd eerst aan de bewoners of ik hun handen mag zien, en ik ben opgelucht als die nog heel zijn. Ik vraag ook altijd of ze zelf oké zijn en of ze pijn hebben. Daarnaast informeer ik altijd hoe het met de begeleider gaat, of alles daar
in orde is. Zijn zij ook ongedeerd? Pas dan beginnen we met de reparatie. Ik heb geleerd dat dit het beste werkt. Henk voegt toe: “Laatst was er ook iemand boos op mij. Maar de volgende dag kwam ze toch even bij mij om sorry te zeggen. Want ze zat niet helemaal lekker in haar vel. Dat zijn dingen waar je blij van wordt, dat ze dat vertrouwen ook voelen.”
“We wilden allemaal wat anders qua werk en meer voor mensen betekenen. Maar wel in ons eigen vakgebied en expertise. Dit hebben we gevonden bij Vanboeijen.”
Hulp van cliëntmedewerker Erwan
Wanneer ik vraag naar Erwan, de cliëntmedewerker die de
mannen van de technische dienst ondersteunt bij het legionella spoelen, verschijnt er bij iedereen een lach op het gezicht. “Deze werkzaamheden kostten ons best veel tijd. Via een collega en
de jobcoaches kwam Erwan bij ons,” zo vertelt Paul. Hij deelt daarnaast positieve feedback: “We horen veel positieve geluiden terug van de locaties. Hij doet het echt goed.” Henk voegt toe: “De jobcoaches begeleiden hem een beetje maar hij gaat zelfstandig naar de locaties, in z’n eigen auto of op de fiets.” Paul sluit af
met een constatering: “Na een paar uurtjes meelopen kon hij al zelfstandig aan de slag.”
Erwan wilde liever niet geïnterviewd worden en herkenbaar in beeld verschijnen, maar vond het wel leuk om op te schrijven wat zijn werk zo leuk maakt: “Ik hoor er echt bij; ik ben een collega en geen client. Ik ben er trots op dat ik betekenisvol werk doe. Mijn andere werk is dat ook, maar het legionella spoelen is verantwoordelijk werk en het feit dat dit goed gaat maakt dat ik trots op mijzelf ben. Het is leuk dat ik op verschillende plekken kom, dit zorgt voor afwisseling en daar houd ik van. Ik heb echt het gevoel dat ik een stap in mijn ontwikkeling maak. Uiteindelijk wil ik graag naar nog meer zelfstandigheid toe. Zowel op het gebied van wonen als op het gebied van werk. Het feit dat ik nu al zelfstandig dit werk doe, maakt dat ik een stap dichter bij dit doel ben.”